L.M. Tangel, juli 1984
De rechterhand is vernieuwd evenals de staf, de linkerhand is verloren gegaan. Voetstuk grotendeels verdwenen. Polychromie verwijderd. Het aan de achterzijde uitgeholde maar weer dichtgeplakte beeld heeft veel van zijn oorspronkelijke karakter verloren. Men heeft er ooit een David van willen maken. In die hoedanigheid werd hij op het orgel geplaatst. De expressieve kop herinnert aan beeldsnijders werkzaam in het Nederrijnse en Opper-Gelre, de wat brede compositie verwijst naar het noordelijk deel van het hertogdom Brabant. Verschillende stijlopvattingen komen in dit beeld samen, maar het Nederrijnse voert de boventoon. Hoewel de kerk van Bokhoven onder schut staat van Antonius, is het vooral Cornelius die hier vereerd wordt. Ditt werd vooral veroorzaakt door toedoen van de norbertijn Van Roosmalen, die in 1839 enkele relieken van de H. Cornelius verwierf. Met steun van zijn abt propageerde hij de verering van Cornelius en werd de eigenlijke patroonheilige Antonius naar het tweede plan geschoven. | 183 |
G. Lemmens en G. de Werd, Beelden uit Brabant : Laatgotische kunst uit het oude hertogdom 1400-1500 (1971) 29
L. van Liebergen, 'Beelden in de abdij' : Middeleeuwse kunst uit het noordelijke deel van het Hertogdom Brabant (1999) 183 (nr. 109)
L. van Liebergen en W. Prins, Sanctus : Met heiligen het jaar rond (1997) 53
G. van de Velden, 'Bokhoven, parel aan de Maas' in: Met Gansen Trou 6-7 (1969) 81-112